De Colombo Tragedie
Levens van drie jonge bekwame oorlogsvliegers voorgoed verwoest
Wie was Harry Kelder?


Harry (roepnaam) geboren te Rijsen op 15 april 1920, groeide op in een keurig eenvoudig gezinnetje met 4 kinderen, waarin het voortdurend een ‘de eindjes aan elkaar knopen’ was en vooral in de crisistijd van de dertiger jaren. Senior was spoorwegarbeider en zijn moeder was dikwijls ziek.

Harry deed de MULO. Maar in de crisistijd was zijn opleiding een beperkende factor.

En altijd gefascineerd door de luchtvaart, werd najaar 1938 een advertentie in een streekkrant waarin een oproep voor 15 leerling vliegers bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, aanleiding tot een direct aanmelden op de toen vliegbasis Soesterberg.

De keuring en de test verliepen gunstig en resulteerde in het tekenen van een verbandakte van 5 jaar.

Na een 3 maanden durende opleiding in Nijmegen, volgde in mei 1939 het vertrek met de ‘Johan de Witt’ naar Batavia en vervolgens naar de vliegschool in Kalidjati.

De toen 19-jarige Harry Kelder, die kort daarop tot sergeant zou worden bevorderd, had alle reden uiterst tevreden te zijn over de start van zijn militaire loopbaan en perspectief te zien in zijn verdere toekomst. Niets deed toen vermoeden, de tragedie waarmee hij zou worden geconfronteerd.



Bovenste rij, 3e persoon van links: sgt.-vlieger H. Kelder.

Sergeant-vlieger Henry Kelder (1920-1997)

 

1939

5 jarige verbandakte KNIL; 1e militaire opleiding, gevolgd met die van leerling vlieger.

Januari 1940

Bevorderd tot sergeant-vlieger ML.KNIL

Augustus 1941 -medio januari
  1942:

Gedetacheerd bij de Royal Air France (RAF), Engeland voor ‘Spitfire opleiding’ (rang piloot-officier) en extra training (32 vlieguren) en inzet als spitfire piloot in European Theater of Operations (E.T.O.) 

De aanval op Pearl Harbour (7-12-1941) resulteerde in een order z.s.m. terug te keren naar Nederlands-Indië. Tijdens terugreis (per boot) volgde nieuwe order van de vice-Admiraal Helfrich i.p.v. Soerabaja naar Colombo (Ceylon) te varen. Colombo zou uiteindelijk Australië worden.

4 april 1942

Ingedeeld bij het 18e Squadron NEI. In de periode tot voor arrestatie diverse missies met zijn crew uitvoerend.

11 november 1942

Arrestatie en detentie en oneervol ontslag uit militaire dienst met bijkomende straf voorwaarden. In 1950 voorlopige invrijheid stelling.

Woede en verbittering:

Bij aankomst op Ceylon en nogmaals in Australië bevestigd, werden pilot-officer H. Kelder en E. de Lyon, evenals de andere collega vliegers als officier bij de RAF bevorderd, teruggezet in de oude rang van (sgt.-vlieger); instructie van gen.-maj. L.H. van Oyen.

 

 







'Een proces dat nooit had mogen plaatsvinden'

Uitspraak van mr. S. J. baron van Tuyll van Serooskerken, de raadsman van de 'hoofdverdachte' de 2de lt. William J.Burck, welke hij in 1981 in een interview met de auteur van het boek 'De Colombo Tragedie' J.C. Bijkerk herhaalde en accentueerde door het 'Plancius proces' te omschrijven als een 'rechterlijke dwaling'.

Mr. S. J. baron van Tuyll van Serooskerken was gepensioneerd oud Secretaris-Generaal Ministerie BUZA, lid van de Raad van State, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Groot Officier in de Orde van Oranje Nassau.